Het ALFABET met uitgebreide toelichting

Het alfabet Nederlandse taal toont een groep van 26 letters, waarmee je alle Nederlandse woorden en ook de woorden van veel andere talen kunt schrijven.

Een letter heeft zijn eigen, dus unieke vorm, die je ziet, of kunt voelen.

Je kan een letter op meerdere manieren schrijven; er zijn allerlei lettertypes/fonts. Dan zie je dat de lettervorm een beetje varieert, maar je herkent nog steeds dezelfde letter.

Hieronder staat het alfabet in drukletters. Eerst in kleine letters, daarna in hoofdletters:

Logisch Leren Lezen - Het Alfabet

De namen van de letters

Een letter heeft zijn eigen unieke naam, die je kan zeggen en horen. 
De alfabetnaam van de letter verandert nooit.

Als we die namen van de letters schrijven, dan staat er dit geschreven:

De namen van de letters zijn eenduidig. 
Daarmee spel je een woord eenduidig.
Precies kunnen zeggen welke letters je in een woord ZIET staan, of welke letters er moeten staan als je het woord schrijft, sluit verwarring uit en zorgt voor een innerlijk woordbeeld.

Met deze letternamen kan je niet een woord lezen, want dan krijg je iets raars. Bv. het woord ‘pet’ zou dan het woord “pee-e-tee” worden. Lezen doen we met de klanken van de letters. Welke klanken dat zijn, blijkt uit de manier waarop het woord is geschreven.

Het is fout om de ij als alfabetletter te presenteren als de 25e letter. Op die plaats staat de y (zie het woordenboek).

De klanken van de letters zijn niet eenduidig en dus ongeschikt om correct te spellen:

Als je een woord zegt, hoor je in dat woord 1 of meer verschillende geluidjes. We noemen die geluidjes van een woord: de klanken van het woord.
Letters zijn klankenvangers: wat je met je oren hoort, laten de letters je met je ogen zien. 

Het zou heel fijn zijn geweest, als elke letter maar 1 klank zou vangen. Jammergenoeg is dat niet zo. Net als het weer soms zonnig is, soms regenachtig, soms heel koud, soms heel warm, kan een letter verschillende klanken krijgen. Bv. de e  in ‘deze weg’. En een bepaalde (totaal)klank kan met verschillende letters worden weergegeven. Bv. Anny’s manisch genies.

Spelling met klanken is daarom onbetrouwbaar en geeft geen informatie over welke letters precies geschreven staan of moeten worden geschreven. Klankspelling verschaft geen innerlijk woordbeeld.

Dus: een letter heeft zijn vaste naam. Maar: een letter krijgt een klank pas ín het woord.

Dat krijgen van een klank gebeurt niet zomaar. Er zijn vaste voorschriften, vaste taalregels, die maken dat je de letters die je ziet omzet in de goede klanken, en omgekeerd. Net zoals verkeersregels zeggen wat je moet doen, bv. bij rood licht moet je stoppen, leggen (correcte!) taalregels uit welke klanken je moet lezen en hoe en waarom je het gehoorde omzet in geschreven taal.

Om die taalregels goed te begrijpen, is het belangrijk dat je weet welke letters ‘klinkers’ zijn en welke letters ‘medeklinkers’ zijn.

De klinkers en de medeklinkers

De letters van het alfabet kan je verdelen in 2 families/2 soorten: de klinkers en de medeklinkers.
De letter y, de letter met de langste naam, kan zowel klinker zijn als medeklinker. Deze letter wordt daarom ook wel ‘halfklinker’ genoemd.

Bij welke letters zie je dat hun naam (op pagina 2) maar met 1 letter wordt geschreven?
Bij de a, e, i, o, u. Die noemen we: de klinkers.

Klinkers zijn bijzondere letters, want:
a. hun naam bestaat uit maar 1 letter, 1 enkele letter.
b. de klank van een klinker in z’n eentje is precies hetzelfde als zijn letternaam: de letter a (= naam)  klinkt als “a” (= klank)
c. de klank van een klinker kan je aangehouden zingen, of (hard) roepen.

De y is klinker als die letter de i-klank heeft, bv. in het woord ‘hobby’.

Medeklinkers zijn alle overige letters.
De klank van een medeklinker in z’n eentje is niet of nauwelijks te horen, en niet zingbaar.
Je hoort de klank van medeklinker pas als die samen met een klinker wordt uitgesproken; pas dan klinkt zo’n letter mee, vandaar de naam.

Wil je puur de medeklinkerklank zeggen, probeer dan de alfabetnaam van de medeklinker uit te spreken, terwijl je de klinkers in die naam verzwijgt. Bv., de medeklinkers m, b, p blijken dan ‘lippen op elkaar met wat verschil in mate van persen’ zonder geluid te zijn.

Het gebrek aan klank van de medeklinker heeft tot gevolg dat in het onderwijs de medeklinker wordt voorzien van een bijgeluid, een uh-klank. Deze gewoonte is zeer nadelig voor de leerder, die daardoor lees- en schrijffouten gaat maken, omdat die de medeklinkerklank gaat vereenzelvigen met de klank die medeklinker + e oplevert, dus met be, de,… enz.: bv. ‘paard’ wordt gelezen als “paarde” en Sinterklaas wordt geschreven als ‘Sintrklaas’.

Een prima manier om de (basis)klank van een medeklinker aan te leren is om die te koppelen aan een reeks klinkers of dubbele klinkers of meerletterklinkers, bv:
a  ba, o  bo,  u  bu, i  bi  bie,  y  by, e  be (met uh-klank!), bee, boe, bui, beu

Bij medeklinkerklanken die met elkaar verward (kunnen) worden, is het raadzaam die tegelijk te behandelen: bv. a  ba  da, a  ba  pa, …
Dat geldt trouwens voor alle (potentiële) verwarringen.

De y is medeklinker als de y de klank van de j heeft: bv. yoga

Het spel dat klinkers en medeklinkers met elkaar spelen

Dit spel tonen we en laten we verklanken in een overzicht dat we het BASISPATROON VAN ONZE SCHRIJFCODE noemen. We kunnen dat patroon voor iedere combinatie van 1 klinker met 1 medeklinker maken.

Bv. bij de m en beperkt tot eendelige woorden/woorden met 1 woorddeel/woorden met 1 lettergreep, geven we dit overzicht om hardop te lezen (horizontaal/verticaal/door elkaar) en te spellen:

1.
2.
3.
4.
5.
a
ma
am
aam
o
mo
om
oom
u
mu
um
uum
i
mi
im
iem
mie
( y
my
ym
– )
e
me
em
eem
mee

“Ik hoor a, ik schrijf één a/ ik schrijf een enkele a.”
“Ik hoor ma, ik schrijf em a.”
“Ik hoor am, ik schrijf a em.”
“Ik hoor aam, ik schrijf a a m/ik schrijf dubbele a em”
” ….. “
“Ik hoor e, ik schrijf één e/ik schrijf een enkele e.”
“Ik hoor me, ik schrijf em e.”
“….. “

Je bespreekt in welke woorden (eendelige of meerdelige woorden) je deze (totaal)klanken hoort, bv. mu muziek.

Zodra de leerder het patroon (deels) correct kan lezen en spellen/schrijven/neerleggen met losse letters, kan hij medeklinkers toevoegen aan begin en eind van de patronen in de kolommen 3 en 4 om (delen van) nieuwe woorden te maken, bv.: am lam lamp, aam raam kraam.

In de kolommen 2 en 5 mogen uiteraard alleen aan het begin medeklinkers worden toegevoegd, zodat het patroon (alleen enkele klinker/dubbele klinker aan het eind van woord/woorddeel) blijft gehandhaafd, bv. ma sma smakelijk.

Met betekenisvolle woorden maakt de leerder/de klas zinnen (die door de leerkracht worden opgeschreven, om later integraal te lezen).

Lange klanken en korte klanken

Je vertelt de leerder dat de klanken van de enkele en van de dubbele klinkers in de kolommen 1, 2 (behalve bij de e), 4 en 5, die horizontaal gelezen allemaal precies hetzelfde klinken, ‘lange klanken’ worden genoemd.
‘Lange’ heeft niets te maken met de tijd die het kost om die klank uit te spreken: ma duurt evenlang als aam!

‘Lange klanken’ duidt een bepaalde klankkleur aan, die net zo goed anders geheten had, bv:’heldere/hogere/Italiaanse klank’, of ‘…(associatie van de leerder:-)…’.

Over de lange klank schrijven, gaat zo: de a-klank, de o-klank, …., de e-klank… . Dus: Ik hoor in ‘zuur’ de u-klank.

Lange klank betekent daarnaast ook dat na zo’n klank er nooit een verdubbelde medeklinker volgt (bv. niet iemmand, maar iemand) , behalve in samenstellingen (bv.boommarter) en in de onvoltooid verleden tijd van de persoonsvorm van ‘zwakke werkwoorden’, bv. wij raadden, zij praatte.

De lange klank van een klinker VERANDERT IN EEN KORTE KLANK doordat de medeklinker niet vóór maar áchter de klinkerwordt geplaatst: ma am, mo om, mu um, mi im, em.
Alleen bij de e is er ook nog de korte klank met: medeklinker + e.

‘Korte klank’ duidt, net als bij ‘lange klank’, alleen een bepaalde klankkleur aan, die wellicht ook wel ‘lagere/sombere/Noorse klank’, of ‘…(associatie van de leerder:-)…’ genoemd had kunnen worden.
De basiscode voor EEN KORTE KLANK IS ALTIJD minimaal EEN DUO: klinker + medeklinker(s), of medeklinker(s) + e.

Over de korte klank schrijven, gaat zo: Ik hoor ah (Bah!), oh (Joh, Tom), uh (de bus: uh-klank zonder klemtoon en uh-klank mét klemtoon), ih, eh.

Of: ik hoor de ah-klank, oh-klank,….eh-klank. Of: ik hoor in dit woord de uh-klank van de e en niet de eh-klank van de e.

Leerders ook vertrouwd maken met meerdelige/meerlettergrepige woorden geschiedt door simpele stapeling van het reeds geleerde, bv.:
o + ma = oma
ma + ma = mama (2 maal een lange klank uitspreken!),
(m)am + ma = (m)amma
mi + mi = Mimi, mi + me = mime

Dat we de uh-klank zonder klemtoon, dus de uh-klank met de e, overvloedig gebruiken in meerdelige woorden, tonen we via

HET COMPLETE BASISPATROON

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
a
ma
am
aam
ame
amme
o
mo
om
oom
u
mu
um
uum
i
mi
im
iem
mie
ime
imme
( y
my
ym
– )
e
me
em
eem
mee
eme
emme

Ook in de kolommen 6 en 7 kan de leerder zelf medeklinker(s) vooraan en achteraan in het patroon toevoegen en woorden bedenken.

Dat in de taalcode gekozen is voor ‘ame’ in plaats van ‘aamme’ zal wellicht de drang zijn geweest om zuinig om te gaan met tijd en materiaal bij het schrijven:-)

Conclusie:
Uitgaan van de lange klank van de enkele klinker, m.a.w. van de werkelijkheid van onze taalcode, die van begin af aan volledig en overzichtelijk uitleggen, waardoor ‘openlettergreepregel’ en ‘dubbelzetterregel’ geheel logisch blijken, en eigen inbreng van de leerders betekenen in het onderwijs een enorme LEERWINST.

Help mee het dogma van ‘aanvangen met klankzuivere leerperiode’, (oftewel het sprookje van ‘een letter heeft 1 klank, de enkele klinker = korte klank, de dubbele klinker = lange klank’) te laten varen.

Renée Laqueur-van Gent     info@logischlerenlezen.be
auteur open source websites voor basisschool en NT2
www.logischlerenlezen.be en www.zokanhetook.academy