Onze visie op sociaal-emotionele ontwikkeling

Een verhaal over leren kan niet zonder dit hoofdstuk.

Hoe een kind sociaal-emotioneel in elkaar zit, heeft zijn weerslag op het leren. We weten uit onderzoeken al heel lang dat met name het hart een grote rol speelt in leerprocessen. Ontwikkeling van het emotionele brein is wezenlijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling maar zeker ook voor de cognitieve ontwikkeling.

Een kind dient zich veilig te voelen en liefdevolle aandacht en waardering te krijgen. Het gevoel te hebben dat hij gehoord en gezien wordt, te mogen zijn wie hij is. Positieve gevoelens ervaren en het gevoel van eigen autonomie zijn essentieel in een krachtige leeromgeving.

Een remedial teacher zei eens tegen mij: ‘70% van de goede resultaten van mijn leerlingen komt door de liefdevolle aandacht die ik aan het kind geef.’

Leerlingen leren ook veel beter als ze de juf of meester aardig vinden.

Emotionele intelligentie staat momenteel heel hoog aangeschreven en zou nog veel meer aandacht moeten krijgen in opvoeding en onderwijs. Filosofie zou een mooie plaats verdienen.

 

De rol van onze gedachten: positieve mindset

Wat we kinderen zouden moeten leren is hoe onze gedachten werken en veranderd kunnen worden; het is namelijk maar een gedachte.

Ken je de 4 G’s? Deze staan voor: Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel, Gedrag.

Bij eenzelfde gebeurtenis hebben verschillende mensen een andere gedachte die vervolgens zorgt voor een bepaald gevoel en gedrag. Het zijn niet de omstandigheden, maar het is de manier waarop wij op iets reageren.

Als twee kinderen de zee in willen en ze zien een grote golf aankomen, kan het ene kind denken: Yes, spannend, hij wordt blij en springt enthousiast de zee in. Het ander kind denkt: O nee, wat hoog, wordt angstig en deinst terug.

Zo gebeurt het ook bij leren: De kinderen krijgen een dictee, het ene kind denkt: Ha, dat ga ik goed maken, krijgt positief gevoel en gaat hard aan de slag, de hersens staan op ‘aan’. Een ander kan denken: O nee, dat gaat me vast niet lukken, is te moeilijk. Krijgt een moedeloos gevoel en hij gooit het bijltje erbij neer. Het gevolg is weinig actie en de hersens gaan ‘op slot’.

Iedereen heeft positieve en negatieve gedachtenpatronen die gekoppeld zijn aan emoties. Het goede nieuws is dat het veranderd kan worden, het kan omgezet worden door ‘omdenken’ of een positieve mindset te ontwikkelen en zo niet-helpende gedachten, aannames en overtuigingen te elimineren. Het kind krijgt dan grip op de situatie, heeft een gevoel er zelf iets aan te kunnen doen. Hij hoeft niet overgeleverd te zijn aan zijn emoties. De regie is weer terug.

 

Leren met een open hart

Je leert niet alleen met je hoofd en optimaal door lang stil te zitten en je te concentreren met je rationele brein. Studenten die 10 uur per dag studeren, merken dat dat niet werkt, het hoofd zit ‘vol’, ze nemen niets meer op en ze raken nerveus. Als er ontspanning komt en het hart erbij betrokken raakt met positieve gevoelens, neemt de stress af en ook de angst om te falen.

Onze samenleving vraagt juist nu om met hart en ziel te werken, dan volgt het brein vanzelf.

Dan pas kunnen we creatief zijn en onze intuïtie gebruiken. Ons ontwikkelings- en leerpotentieel gaat daardoor enorm omhoog door betere alertheid, helder denken en meer zelfvertrouwen.

Mensen die creatief en flexibel zijn, die vanuit hun hart kunnen functioneren, die in alle eerlijkheid in hun eigen kracht kunnen staan, in respect voor zichzelf en de omgeving, leveren een positieve bijdrage aan iedereen om hen heen en aan de maatschappij. Zij kennen zichzelf en zetten hun unieke kwaliteiten in zonder eigen belang.

Maak onderscheid tussen verschillende emoties. Hoe meer we de gevoelens van het hart ervaren, hoe gelukkiger we zijn. We voelen rust, vrede, vreugde, liefde, compassie, acceptatie, ontspanning, dankbaarheid, saamhorigheid, verbondenheid, vertrouwen in onszelf en het leven, respect voor onszelf en anderen, vergevingsgezind, betrokkenheid, eerlijkheid, bescheidenheid, moed en kracht. We gaan uit van het goede in de ander, luisteren naar en doen iets voor ander, krijgen inspiratie, kunnen nare zaken loslaten en ervaren eigen autonomie.

Kijk maar naar wijze mensen waar we allemaal bewondering voor hebben: Mandela, Zelensky, Dalai Lama, Edith Eger, enzovoort.

We kunnen kinderen leren meer naar deze gevoelens van het hart toe te gaan, vooral door zelf van daaruit te leven en het goede, lichtende voorbeeld te geven.

Dan zullen de andere, negatieve, lagere emoties naar de achtergrond verdwijnen, zoals boosheid, eigen belangen, haatgevoelens, frustratie, jaloezie, schuldgevoelens, angst, zorgen, ontevredenheid, starheid, luiheid, zelftwijfel, je meer of juist minder voelen als een ander.

Make love, not war geldt ook voor onszelf op microniveau.

Lezen kan effectief gemaakt worden door het te koppelen aan de eigen belevingswereld, eigen ervaringen en emoties van de kinderen. Door betrokkenheid en emotionele lading zijn kinderen zeer gemotiveerd en wordt alles beter begrepen en opgeslagen in het geheugen. Alle activiteiten en lessen zouden in elkaar kunnen grijpen. Heel mooi zou het zijn als er lessen zelf gemaakt worden die inspelen op de actuele belangstelling van de kinderen en aan elkaar linken.

 

Verantwoordelijkheid voor het eigen gevoel en zelfreflectie

Er ligt een grote verantwoordelijkheid op het bordje van ouders en leerkrachten om kinderen op een goede, liefdevolle en krachtige manier te begeleiden.

Een grote valkuil voor iedereen is dat we niet de verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen gevoel. Door dit, hem of haar, voel ik me nu zo? Dan voel je je een slachtoffer van de situatie of de ander en ga je geen actie ondernemen om te onderzoeken waarom je je eigenlijk zo voelt.

Door iets of iemand buiten jezelf de schuld te geven, schuif je de verantwoordelijkheid van je af en kijk je niet naar je eigen aandeel. Maar om jezelf beter te leren kennen en daardoor echt ‘jezelf’ te kunnen zijn, is het nodig dat te onderzoeken. Dan weet je wie je bent met je goede en minder goede eigenschappen. Niemand is perfect en iedereen mag fouten maken om ervan te leren.

Dat kunnen we kinderen al jong leren.

Niet ’stoute stoel’ als een klein kind huilt omdat hij zichzelf stoot aan de stoel. De stoel is niet de schuld, hij moet zelf de volgende keer opletten en er omheen lopen. Door de schuld aan iets of iemand te geven, gaan we niet bij onszelf te rade en leren we niets.

Bij het oplossen van onenigheid en conflicten tussen kinderen onderling is dit ook een verhelderend standpunt.

 

Presteren

Wat we met kleuters doen is altijd vrijwillig. Nooit dwang, prestatiegericht of belerend. Maar dat geldt voor alle leeftijden. Het lijkt er tegenwoordig op of alle kinderen zouden moeten studeren. We leven in een maatschappij die de nadruk legt op zoveel mogelijk cognitieve kennis verzamelen en een zo hoog mogelijk schoolniveau behalen. Nu zijn veel studenten depressief of hebben een burn-out vanwege die constante druk.

Die prestatiegerichtheid begint al jong. Zijn we trots en dankbaar dat het kind zijn unieke mogelijkheden en talenten mag ontwikkelen? Of moeten wij als volwassenen hen zo nodig voorbereiden op leren lezen of zelfs al een beetje leren lezen door hen iets te laten doen wat een kind niet wil of waar het kind nog niet aan toe is?

Of doen we het om onze eigen frustraties te verdoezelen of iedereen te laten zien dat ze cognitief al zoveel kunnen? Het kind moet kind kunnen zijn en leert door spel.

Er wordt te veel getoetst en een kind moet het liefst boven het gemiddelde presteren. Maar is dat wat bij het kind past? Het gaat er toch om dat een kind gelukkig is met wat hij doet en zelf mag beslissen wat hij in het leven wil doen? Het is niet ieders weg om te studeren. Het is niet minderwaardig als je een mooi beroep verkiest, met je handen werkt en mensen blij maakt met je creaties. Alle beroepen zijn nodig en evenveel waard. Iedereen heeft een taak in de maatschappij en kan pas een positieve bijdrage leveren als hij doet waar hij gelukkig van wordt omdat hij zijn unieke talenten heeft ontplooit en naar buiten brengt.

Steeds moeten presteren en aan de verwachtingen van ouders, van zichzelf, leerkracht of onderwijs te moeten voldoen, geeft spanning en beïnvloedt het leren negatief.

De beste willen zijn, geeft maar al te vaak spanning en competitie. Met als gevolg erg op jezelf gericht zijn en je minder sociaal gedragen.

Het is goed om kinderen niet steeds te beoordelen op hun resultaten maar te kijken naar de weg ernaar toe en hen te complimenteren over hun inzet, nauwkeurigheid, doorzettingsvermogen, motivatie, goede luisterhouding, samenwerkingsvermogen of enthousiasme.

 

Spanning en ontspanning

Leer de kinderen om het ‘emmertje’ te legen door te ontprikkelen. Laat de geest kalmeren.

Er komen zeer veel indrukken binnen bij onze kinderen door onze complexe en digitale samenleving. Als de boog te strak gespannen is, ervaren kinderen negatieve gevoelens en is ontspanning nodig om dat te compenseren. Als dat niet gebeurt en de spanning voortduurt, geeft dat stress en dat heeft ongetwijfeld zijn weerslag op het leren.

Kinderen komen weer bij zichzelf en in hun hart terug door fysiek bezig te zijn (sport, yoga, wandelen, dansen), buiten en in de natuur te zijn, zich verwonderen en ontdekken wat er allemaal leeft (met dieren bezig zijn, naar de sterrenhemel kijken), creatief bezig te zijn (tekenen, knutselen), samen met anderen iets te doen of muziek maken, muziek luisteren, zingen.

Ontspanning geeft helder denken en leren en samenwerking tussen de beide hersenhelften.

Met inspirerende groet,

Ria Krijgsman
Driebergen, Nederland

Ria Krijgsman