Beste onderzoeksjournalisten van Zembla,
Eergisteravond, 18-05-2025, bekeek ook ik jullie onderzoeksdocumentaire op NPO2 over Dyslexie: meten we dyslexie of tekortschietend onderwijs? Daarin hoor ik prof. Anna Bosman en taalexpert Marita Eskes zeggen dat we niet langer de leerling moeten ‘blamen’ door te stellen dat die een neurologische hersenstoornis zou hebben. Hoera, eindelijk!
Eigenlijk ook geen blaam voor de – door andere taken dan taal & rekenen plus in aantal met te weinig zijnde – overvraagde taalonderwijsgevers, waardoor het onduidelijk is of die het in lesmethoden uiteengezette taalprogramma heus volgen.
Nee, ze wijzen met de vinger naar de officiële ‘jij bent dyslectisch’-etiketteerders en naar remedieerinstituten, die door de al vele decennia durende rendementsmalaise zo belangrijk zijn geraakt in het taalonderwijs. Flink wat (belasting)geld opstrijken en zich schuldig maken aan ‘ongeoorloofde belangenverstrengeling’ als etiket- én remediegever tot dezelfde organisatie behoren.
Maar wie/wat heeft de onderwijsmalaise veroorzaakt? De remedieerinstituten? De door de overheid gefiatteerde curriculumopstellers met hun liefde voor allerhande ‘bijvakken’? Of… de geleerden die een bepaalde inhoud van taalkennisoverdracht in onze Nederlandstalige samenleving luid en succesvol kunnen promoten, net zo goed dankzij het feit dat ook zij hun carrière gefinancierd zien door belastinggeld?
Zou het voor jullie kunnen dat het spraakhebbend expertendom ook de hand in eígen boezem dient te steken?
Hoe komt het dat (onderzoeks)journalisten, of ze nu van De Correspondent, De Groene Amsterdammer, of van een dagblad zijn, bij taalonderwijs niet doorvragen? Dat zij zich niet buigen over de werking van de kennisbron, waarna het prangend leerprobleem zich manifesteert?
Zou het voor jullie kunnen dat al dan niet steekhoudendheid van het ‘wat precies vertelt men de leerling?’ in het taalonderwijs mede- of zelfs hoofdoorzaak kan zijn, oftewel de inhoud van de kennisoverdracht?
Hebben jullie breed gekeken en geluisterd naar schrijf- en leesfouten van geschreventaalleerders (klein en groot), om te beoordelen of het volgen van de gekregen instructie, hun braaf toepassen wat de leerkracht zei, mogelijkerwijs tot hun fouten leidt?
Wat verstaan Bosman en Eskes inhoudelijk onder ‘goed taalonderwijs’? Uiteraard het door hen gepredikte, oftewel de enige (!!) taalverklaringsvisie waarin alle leerkrachten worden opgeleid, met als schooljarenlange technische basis de vanaf kleuterleeftijd in de lage landen sedert 1960 dominant geworden ‘klankzuivere leertijd’: klankspelling, klankgroep, klankgebaar zolang louter bepaalde eendelige/eenlettergrepige woorden (in zinnen) op het leerprogramma staan, waarna bizarre uitleg volgt om de schrijfwijze van meerlettergrepige woorden te verklaren.
Die aanpak is van taalwerkelijkheid zoals de leerling die hoort en ziet buiten de school gespeend. Is dat dan een voorbeeld van ‘effectieve directe instructie’, volgens welke je behoort aan te sluiten bij hetgeen de leerling reeds weet?
Waar is de wetenschappelijke basis voor die dominante aanpak, m.a.w. hoe luiden de argumenten daarvoor? Door het vingerwijssysteem naar ‘anderen’ dat machthebbers graag hanteren, leidt men een ten-gronde-gesprek over uitgangspunten naar voor de knoppendraaier veilig vaarwater. Keer op keer.
Ik ben auteur van o.a. de Commons – dus geen financiële drijfveer – www.logischlerenlezen.be (LLL). Op Wikipedia staat een korte introductie en uiteenzetting van inhoudelijk verschillen met de dominante aanpak.
Blogs op LLL schetsen de ondervonden ‘omerta’ die critici van de ‘klankzuivere misleiding’ ondervinden: niet op reageren, niet bespreken, laat staan met argumenten weerspreken, of afgedaan met ‘ik heb het te druk om hierop in te gaan’.
Ik raad u vooral de blogs aan over het onthutsend feit dat ‘evidence’ voor de klankzuivere aanpak … onvindbaar is. Het blijkt simpelweg een enthousiast ingevoerde ’nieuwe mode’ en nieuw betekent op zich toch ‘beter’?
Mevrouw Bosman weigerde met een geducht criticus van de door haar uitgedragen taaldidactische aanpak – mijn leermeester drs. W.J. de Haan (Amsterdam, wellicht kunt u hem nog interviewen) – en later ook met mij van gedachten te wisselen.
Trouwens, welke hooggeleerde in de lage landen laat een ander geluid dan dat van mevrouw Bosman horen? Aan welke hogeschool of universiteit krijgen leerkrachtstudenten te horen van de De Haanse visie, die zonder hurkentaal en zonder omwegen de leerling inzicht/overzicht/doorzicht, dus werkelijk consistente info, over ons schriftsysteem verschaft?
Ik ken er geen. Er heerst in Nederland, België, Suriname één taalonderwijsmethode Nederlands waaraan iedere leerling moet geloven en waar iedere leerkracht basisschool, iedere Inspectie Onderwijs, iedere politicus of onderwijsministerie ín moet geloven.
Wat blijft er dan over van het vrome idee van Anna Bosman en mede-auteur Kim Cordewener – geuit in Tjipcast.nl op 03-11-’24 – over hun boek ‘Effectief Onderwijs op de Basisschool’ dat zij in hun opleiding de a.s. leerkrachten aanzetten tot ‘zelf denken’?
Fijn voor al die (jonge) worstelaars, in vele graden van ontmoediging wegens het vigerend taalonderwijs, als de inhoudelijke discussie in jullie volgende kritische uitzending tot stand komt.
Vriendelijke groet,
Renée Laqueur-van Gent
Renée Laqueur-van Gent
oprichter Logisch Leren Lezen
Ben je een ouder, leerkracht, politicus, taalkundige of andere geïnteresseerde uit Vlaanderen of Nederland?
info@logischlerenlezen.be Mastendreef 20, 2970 Schilde – België