Om leerprestaties in het onderwijs te verbeteren, brengen onderwijsexperten hun suggesties daarvoor graag naar buiten. De opsomming van hun principes of fundamenten zijn (nog) niet helemaal gelijkluidend. Zo noemen Paul Kirschner en Mirjam Neelen in hun blog, waarop ik onderstaand commentaar geef, 10 principes. Het ‘Thomas More Expertisecentrum Onderwijs en Leren’ (voorheen genoemd ‘ExpertiseCentrum voor Effectief Leren’ oftewel ExCEL) formuleert 12 bouwstenen voor effectieve didactiek, terwijl hun collega Rosenshine in 2012 17 principes onderscheidt. Maar bij alle mis ik een n.m.m. uiterst belangrijk element. Daarover gaat mijn comment, tja, in het Engels, aangezien de blog ook in het Engels gesteld was.
Re: blog ‘Explicit Instruction: Also for preschoolers’ (September 13, 2024) by Paul Kirschner and Mirjam Neelen 3starlearningexperiences.wordpress.com.
Comment by Renée Laqueur-van Gent, posted 14th Nov. 2024
These essential conditions are being named in your blog of Sept. 13, 2024 about Explicit Instruction, which, by the way, I fully support. You advocate teaching these small steps, with clear explanation, that should start even in preschool.
In this comment I propose to add, and to make explicit, a requirement that to my idea cannot be missed in the list of principles for Explicit Instruction.
‘Clear explanation’ what does that in your opinion mean?
Would explanation lose its clarity if the explanation is based on ‘misconception’ as described in your blogs of July 10, 2019 and June 4, 2019? I quote from the latter: Misconceptions form when prior knowledge conflicts with to-be-learned concepts.
In these blogs you give examples of misconceptions (in the mind of the learner!) concerning physics or blood circulation, both outside your own expert discipline. May I invite you doing that as well regarding the way learning to read and write the Standard Dutch language by the prevailing standard is being presented to pupils of all ages?
Could it be that not only misconception in learner’s brain becomes apparent when starting school education, but that (for a certain period of time) misconception is deliberately offered to and installed in the brain of pupils by the explanations their teachers give?
I presume that you are familiar with the fact that in the phase of ‘preparing to learn to read’ in kindergarten and in the phase of ‘initially learning to read’ (‘aanvankelijk leren lezen’) teacher’s instruction since 1960 with the introduction of ‘Veilig Leren Lezen’ started to differ fundamentally from the knowledge accomplished readers and writers in Dutch, like you, possess.
Allow me to clarify my propositions:
You and I know that ‘a sound’ is an auditive element, and differs from ‘an alphabet letter’, which is a visual element. We know a lot of similar speech sounds can be coded in more than one letter or letter combination (e.g. au/ou/auw/ouw have all the same sound). Therefore we use the ABC (the official names of our 26 letters in our alphabet) to spell unambiguously how words are written.
We are aware of the fact that a consonant gets a sound only in combination with a vowel. Hence the fact that writing down the alphabet name of a consonant in Standard Dutch requires at least one added vowel (e.g.: b – bee, k – ka, m – em). No consonant bears a schwa sound as part of its own ‘sound’. E.g.: “bee” minus that ee-sound leaves us with just ‘lips closed with a specific pressure behind them’, a bit more than with the m, a bit less than with the p. We don’t pronounce ‘bee’ as “buh-ee”.
We know that the speech sound we make when naming each vowel in the alphabet (a, e, i, o, u; so each single standing vowel), is officially called the ‘long vowel sound’ of that letter sign. We know that the sounds represented by aa, ee, ie, oo, uu (double vowels) have identical long sounds as a, e, i, o, u.
We recognise the so-called ‘short vowel sound’ in a one syllable word by the fact that it is being represented by ‘single vowel + consonant(s)’ and by ‘consonant(s) + e’ as well. In other words, the short vowel sound never is the intrinsic value of a single vowel letter, but requires a specific placement of a consonant next to this vowel.
It would strike us as incomprehensible if we were compelled to read in a letter-by-letter pronouncing, slurring way of talking.
We are aware that a ‘more letters vowel’ (meerletterklinker, my terminology) like e.g. ‘oe’, ‘aai’, ‘ieuw’ should not be named ‘the letter oe/aai/ieuw’ as these sounds consist of respectively 2, 3 and 4 characters.
Do you agree that scientifically valid reasons are needed to justify a technical instruction method which tells the learner for a considerable amount of time a story in conflict with what we apparently see as the basic ‘laws’ of our (de)coding of texts, and of course in conflict with extracurricular experience of the learner as well?
What if those valid reasons were not and are not there, the method simply became ‘in fashion’, and became so prescriptive that discussion about its contents is almost inconceivable?
Would it therefore not be sensible to discern 11 principles of explicit instruction, with number 1. applying to all school disciplines:
Concerning written language the smallest step of course would be learning the lasting name together with the lasting sound of a single vowel letter and its form: seeing, hearing, feeling combined together with its meaning in speech. The next smallest step would be combining the single vowel with one consonant (making a two letter word), showing how the placing of the consonant influences or not the sound of the vowel: o mo om …. .
I refer you for the rest of my teaching suggestions to my website www.logischlerenlezen.be or for a short impression to Wikipedia page Logisch Leren Lezen.
But first of all, dear Mrs. Neelen, Mr. Kirschner, and blog reader, I would be very pleased receiving your opinion concerning my propositions and questions. You can reach me via e-mail renee@laqueur.eu.
Comment by Renée Laqueur-van Gent,
info@logischlerenlezen.be, www.logischlerenlezen.be, www.zokanhetook.academy
Wat vindt u van mijn voorstel tot toevoeging , beste lezer?
Voor het gemak eerst een ietwat beknopte vertaling in het Nederlands van mijn commentaar aan Kirschner en Neelen:
Expliciete directe instructie betekent o.a. onderwijs in kleine stapjes, met heldere uitleg die zelfs al bij kleuters moet beginnen. Wat betekent ‘heldere uitleg’? Zou uitleg zijn helderheid verliezen als die uitleg gebaseerd is op misvatting, waarvan volgens jullie eerdere blog sprake is als je eerdere kennis conflicteert met de kennis die je daarna moet leren.
Kan het zijn dat misvatting in het brein van de leerlingen niet alleen blijkt als hun scholing start, maar ook het gevolg is van door de leerkracht gedurende een bepaalde periode gegeven opzettelijke verklaringen, die zich in het brein van de leerling nestelen?
Ik neem aan dat u bekend bent met het feit dat sedert de introductie in 1960 van ‘Veilig Leren Lezen’ de instructie door de leerkracht in de ‘fase van voorbereidend lezen’ bij kleuters en die van ‘aanvankelijk leren lezen’ fundamenteel verschilt van de kennis waarover vaardige lezers en schrijvers van het Nederlands beschikken.
U en ik weten dat ‘een klank’ een auditief element is, en verschilt van ‘een letter uit ons alfabet’, die een visueel element is. Wij weten dat heel wat spraakklanken kunnen worden gecodeerd in meer dan 1 letter of lettercombinatie (bv. au/ou/auw/ouw hebben alle dezelfde klank). Daarom gebruiken wij het ABC (de officiële namen van onze 26 letters in ons alfabet) als we geschreven woorden eenduidig spellen.
Wij zijn ons bewust dat een medeklinker alleen een klank krijgt in combinatie met een klinker. Vandaar het feit dat de voluit in Standaard Nederlands geschreven alfabetnaam van de medeklinker minstens 1 toegevoegde klinker vereist (bv. b – bee, k – ka, m -em). Geen enkele medeklinker kent een schwa-klank als onderdeel van zijn ‘klank’. Bv. bij “bee” minus die ee-klank resteert ‘lippen op elkaar met een specifieke druk daarachter’, een beetje meer dan bij de m, een beetje minder dan bij de p. Wij spreken immers ‘bee’ niet uit als “buh-ee”.
Wij weten dat de spraakklank als we elke klinker benoemen uit het alfabet (a, e, i, o, u; dus elke klinker die in zijn eentje staat) officieel de ‘lange klinkerklank’ van dat letterteken is. Wij weten dat de klanken die worden weergegeven door aa, ee, ie, oo, uu (dubbele klinkers) identieke lange klanken zijn als die van a, e, i, o, u.
Wij herkennen de zgn. ‘korte klinkerklank’ in een eendelig/eenlettergrepig woord aan het feit dat dit wordt weergegeven door ‘enkele klinker + medeklinker(s) en eveneens door ‘medeklinker(s) + e. Met andere woorden, de korte klinkerklank is nooit de intrinsieke waarde van een enkele klinker, maar vereist een specifieke plaats van een medeklinker naast deze klinker.
Wij zouden het onbegrijpelijk vinden als we gedwongen zouden worden om bij het lezen woorden letter-voor-letter uit te spreken.
Wij zijn ons bewust dat een ‘meerletterklinker’ (mijn terminologie) zoals bv. ‘oe’, ‘aai’, ‘ieuw’ niet ‘de letter oe/aai/ieuw’ genoemd mogen worden, omdat deze klanken bestaan uit respectievelijk 2, 3 en 4 lettertekens.
Bent u het eens dat wetenschappelijk valide redenen nodig zijn om een technische instructiemethode, die de leerling voor een aanzienlijke tijdsperiode een verhaal vertelt dat conflicteert met hetgeen wij blijkbaar beschouwen als de ‘basiswetten’ van het (de)coderen van teksten, en bovendien in strijd is met de ervaring van de leerling buiten de schoolpoort?
Wat als die valide redenen niet bestonden en niet bestaan, de methode kwam simpelweg ‘in de mode’, en werd op den duur zo’n dwingend voorschrift, dat discussie over zijn inhoud bijna onbestaanbaar is?
Zou het daarom niet verstandig zijn om 11 principes van expliciete directe instructie te onderscheiden, waarvan nummer 1, toepasbaar bij alle schoolvakken, luidt:
M.b.t. de geschreven taal zou de kleinste stap natuurlijk zijn om de duurzame naam, tezamen met de duurzame klank van de enkele klinker te leren met zijn vorm; zien, horen, voelen gecombineerd met zijn betekenis in onze taal. De volgende kleinste stap wordt de enkele klinker te combineren met 1 medeklinker (een woord van 2 letters maken) en laten zien hoe de plaats van de medeklinker al dan niet de klank van de klinker beïnvloedt: o mo om ….. .
Voor de rest van mijn onderwijs suggesties verwijs ik u naar mijn website www.logischlerenlezen.be, of, voor een korte indruk naar de Wikipediapagina Logisch Leren Lezen.
Maar eerst, beste mevrouw Neelen, mijnheer Kirschner en bloglezer, zou het me veel plezier doen uw opinie over mijn voorstellen en vragen te vernemen. U kunt me bereiken via e-mail renee@laqueur.eu.
Commentaar door Renée Laqueur-van Gent
info@logischlerenlezen.be, www.logischlerenlezen.be, www.zokanhetook.academy
Onderwerp: 3-Star learning experiences
Op 23 Nov 2024 schreef Paul Kirschner:
Beste,
Ik ben lang geleden opgehouden met iedereen die meent wat te hebben te zeggen de bedienen van een respons. Mijn tijd is mij te kostbaar om overal antwoord op te geven en dus ben ik zeer selectief. Als ik denk dat het beantwoorden van een vraag de moeite waard is, dan doe ik dat soms, anders niet. Ik zie ook geen originele email, als sluit ik niet uit dat als het impertinent was dat ik die heb verworpen.
Met vriendelijke groet,
paul
Op 25 Nov 2024 schreef Renée Laqueur:
Dag Paul,
Het was geen e-mail met iets wat ik te zeggen durfde te hebben, maar mijn comment waartoe je blog 3starlearningexperiences de lezer immers uitnodigt. Waarna wordpress me liet weten dat mijn commentaar in moderatie was.
Mijn comment, een voorstel om het lijstje van explicit instruction-principes uit te breiden met het fundament dat overgedragen kennis inhoudelijk dient te sporen met hetgeen de vaardige beheersers van de de schooldiscipline begrijpen en toepassen, waarom zou een wetenschapper dat als een impertinentie zien?
Je hebt kennelijk liever een e-mail, dus kopie van mijn commentaar voeg ik graag bij.
Vriendelijke groet,
Renée
Op 25 Nov 2024 schreef Paul Kirschner:
Mevrouw Laqueur,
Uw tekst komt mij een beetje bekend voor. Mijn reactie is simpel en kan ik in tweeën uitzetten:
Uw toegevoegde principe vind ik overbodig. Het is vanzelfsprekend dat hetgeen geleerd moet worden gebaseerd moet zijn op bewezen inzichten. Je gaat geen broodjes aap verkopen aan de leerlingen.
Ik ben niet geleerd op het gebied van aanvankelijk (leren) lezen en lijd ook niet aan het expertise generalisatie syndroom (mijn neologisme) en doe geen uitspraken daarover. Waarom het niet goedgekeurd is kan ik nu niet achterhalen.
Met vriendelijke groet,
paul
Op 27 Nov 2024 schreef Renée Laqueur:
Ik hoor je grommen, Paul Kirschner: weer dat mens! Maar ik neem me voor, mijn laatste bericht aan je:-))
Tijdens mijn rechtenstudie -eind 60’er jaren in Rotterdam (zelfstandig, kritisch en creatief in het vaandel)- kregen we een flinke portie wetenschapsfilosofie (Nagel, Popper, Witgenstein o.a.) waarvan ik vooral hun waarschuwingen heb onthouden: hoed u voor de valkuil van ‘preconceived ideas’, van ‘if you scratch my back, I’ll scratch yours’ en ‘don’t think, but look and listen’. Ik neem aan dat die ook in al jouw studies ter sprake zijn gekomen en breng ze dus graag in herinnering.
Dat ik me al eerder tot je richtte was juist vanwege het feit dat jij met je Amerikaanse roots, als meer buitenstaander, gemakkelijker een informatievragende bril kan opzetten: ‘waarom geven jullie een technisch leren lezen met die en die inhoud, waardoor vinden jullie dat ‘bewezen inzichten’? Daar hoef je toch geen expert op taalgebied voor te zijn? Je bent immers teamlid van ‘RED het Onderwijs’, dat zich toch tot taak stelt bij uitstek het reken- en taalonderwijs te verbeteren?
In het rekenonderwijs, was het in de jaren ’90 in het primair onderwijs de mode om nota bene ‘verzamelingenleer’ als rekeninitiatie te geven. De 6-jarigen bakten dermate niets van deze abstractiegekkigheid (wij als ouders werden zelfs aangemoedigd om er maar cursus in te gaan volgen, sic!) dat die tot grote opluchting van een ieder slechts een luttel aantal jaren door de onderwijskundigewetenschappers werd volgehouden. Historisch voorbeeld van jouw ‘broodje aap’!
Sinds 1960, de start van de marktverovering van het Nederlandse(!) Veilig Leren Lezen in Vlaanderen en Nederland, zijn de taalprestaties alleen maar gedaald, tot alarmerende omvang heden ten dage. Een gedegen fundament van die ‘klankzuivere zestiger jaren nieuwlichterij’ bij het ‘technisch leren lezen’, daarover hullen de onderwijskundigen in beide landen zich in eensgezind (hoog)geleerd zwijgen, terwijl ‘evidence based/informed’ zijn van alles wat zij propageren in hun vaandel staat. Ook hun pleidooi om de prestatiedaling te keren, dat door Nederlandse en Vlaamse politici in 1985 werd uitgevoerd door 4-jarigen te verplichten reeds klankonderwijs te gaan verteren, heeft niet het gewenst resultaat geleverd, maar blijft onverdroten gehandhaafd.
Het taaldebâcle ligt volgens hen aan leerling, leerkracht, ouders, maatschappij ….., maar nimmer aan de door hen gepropageerde basismethode, daar hoort niet over gepraat te worden. En dus verleggen zij de aandacht naar het ‘begrijpend lezen’, waarin de leerling pas in slaagt als die -uiteraard- niet in de eerdere technische fase afhaakte, omdat hij van zo’n instructie te weinig kon opsteken. Mijn theorie: dat zijn vooral de bezitters van praktisch en/of logisch ingestelde breinen. Verkoop hen geen sprookjes!
Hoe aangeschrevenen mijn kritisch geluid voorzien van hun kluiten in het riet (ik heb het te druk/ga maar naar een ander), nog even een voorbeeld van gisteren en voordien in de bijlagen. Verleden jaar verwees Kennisrotonde mijn collega die dezelfde vraag stelde naar: de uitgeverij Zwijsen!
I’ll rest my case. (Dr. Luc Koning op LI of op zijn website: ’Technisch leren lezen kan ook anders’ is een andere wakker-maken-stem.)
Vriendelijke groet,
Renée
Ben je een ouder, leerkracht, politicus, taalkundige of andere geïnteresseerde uit Vlaanderen of Nederland?
info@logischlerenlezen.be Mastendreef 20, 2970 Schilde – België